
Wat de mens ziet, is wat het inkleurt met een gevoel en gedachten. Je ziet alles om je heen niet zoals het is, maar door wie jij ben.
Het weer is daar een mooi voorbeeld van, het is al een aantal maanden erg grauw en mistig. Als je mensen vraagt hoe ze zich voelen bij mist, krijg je verschillende antwoorden. De één legt de verbinding met een gegatieve gedachten, of een onbestemd gevoel. De ander met iets magisch, iets wat nog onzichtbaar is, alsof er iets moois staat te gebeuren.
De gedachten zelf, kleurt je gevoel
Wanneer je dat wat je ziet linkt aan een gevoel, wordt het opgeslagen in je systeem. Zodra er zich iets vergelijkbaars opdoet, zal je automatisch dezelfde link gebruiken en ontstaat er een patroon. Afhankelijk van je eigen gevoel van veiligheid, of de mogelijkheid te gronden zorgt voor de voorkeurskeuze waarin je alles in je dag inkleurt.
Zoals voor de één het glas half vol is, is het voor de ander half leeg
Het leven vraagt niet om een polariteit te kiezen, maar om juist tussen de twee te laveren. Hierdoor zul je de polariteiten nog wel waarnemen, maar voel je niet dat er een keuze gemaakt hoeft te worden. De natuur zelf bestaat uit deze twee uiterste omdat ze elkaar aanvullen. De leeuw heeft de gazelle nodig om zich te voeden. De gazelle eet plantaardig, en bewerkt hiermee de cyclus van de groei van nieuw gras. De gazelle accepteert haar rol, haar plek in het bestaan.
De leeuw waardeert de schaduw, en draait er niet om heen. Zijn keuze hangt af van zijn innerlijke behoefte. Er is geen verzet, alleen overgave met de omstandigheden die het leven voor ze heeft. Zo mogen mensen ook weer ontdekken dat we niet overal een kaartje aan hoeven te hangen. Maar gewoon in overgave mogen zakken, dat er altijd geweven wordt met deze twee uitersten van elkaar. Wanneer we deze verweving omarmen, is er ruimte om overal tussendoor te laveren, zonder dat we de wereld dragen, voor wat we denken dat het is.
Maar juist meebewegen op de beweging van eb en vloed, op schaduw en licht.